Karijini, Exmouth en Coral Bay - Reisverslag uit Exmouth, Australië van Madelon Rood - WaarBenJij.nu Karijini, Exmouth en Coral Bay - Reisverslag uit Exmouth, Australië van Madelon Rood - WaarBenJij.nu

Karijini, Exmouth en Coral Bay

Door: Madelon

Blijf op de hoogte en volg Madelon

09 Oktober 2019 | Australië, Exmouth

Karijini, Exmouth en Coral Bay
Vrijdag 4 oktober
Reisdag Broome naar Karijini NP: ongeveer 935 km
Eigenlijk zouden we deze afstand in twee dagen doen. Maar het ging zo voorspoedig, dat we doorgereden zijn. Om half zeven reden we de camping af. Zodra we vanuit Broome weer op de Highway zaten was het : cruisecontrol op 110 km (max snelheid op de highway) en af en toe wat bijsturen bij bochten of roadtrains. De weg was vlak en nagenoeg leeg, het was wel snoeiheet: 42 graden ( even zelfs 43!). Maar tot Port Hedland, de eerste 650 km, ging het voorspoedig. Daar kwamen rond twee uur aan.
We zijn ervan uitgegaan dat het tweede deel net zo snel zou gaan. Dat klopte bijna. Ook hier zijn ze aan de weg aan het werken. Dat hield een klein beetje op, omdat een mevrouw die de hele dag bij die hitte, dik ingepakt, mensen mocht tegenhouden, dat ook erg leuk vond (Wat voor werk doet u? Ik ben stopperrrr!). Wat ik me voor kan stellen: al die luilakken in airconditioned kakbakken!
Maar meer tijd waren we kwijt aan de enorme hoeveelheid roadtrains die er ineens op de weg zaten.
Rondom Karijini NP zijn een aantal grote mijngebieden, en wat daar gedolven wordt -o.a. ijzer- wordt door die monsters, soms met vijf aanhangers tegelijk, naar Port Hedland vervoerd. En dan gaan ze weer terug. Dat was iets vermoeiender rijden dan het eerste deel, maar om half vijf waren we in het Karijini National Park. Op de ‘overflowcamping’ , want de gewone camping was vol. Niet dat dat iets uitmaakt, want beide campings hebben he-le-maal NIETS. Geen water, geen elektriciteit, geen receptie, geen internet ( maar je moet wel online een plaats reserveren). Je staat in de blakende zon op een veldje met hier en daar een kale boom. De ultieme outbackcamping. Er stonden nog een stuk of zeven andere tenten/campers. En eigenlijk was het wel gezellig. Arthur en ik zaten heerlijk te filosoferen dat het net als kamperen vroeger was: rustig, geen muziek, vroeg naar bed en na zonsondergang (jawel, net na zessen) was de temperatuur best aangenaam, dankzij een lekker windje. We waren heel tevreden. Tot we de camper ingingen. Daar bleek het bloedheet (geen windje, maar ook geen airco). Dus de raampjes en de deur open, maar ja: toen lag ik wakker uit angst voor giftige spinnen en slangen die nu lekker naar binnen konden, maar die ik niet kon zien, want ook geen licht. Dus raam weer dicht. Uiteindelijk koelde het wel wat af, maar het bleef een broeierig nachtje.

Zaterdag 5 oktober
Omdat we al het moois graag voor ons alleen hebben, stonden we de volgende morgen om half zeven bij de Dales Gorge Lookout (deze kon je per auto bereiken). Toch een beetje verbaasd dat erop het hele grote parkeerterrein echt geen enkele andere auto stond. Er liep ook niemand anders.
Toen we de diepte inkeken naar de Circulair Pool, op de bodem van de kloof, bleken daar al twee mensen te zwemmen. Dus konden wij ook best naar beneden. Nou zijn alle wandelingen hier ingedeeld in vijf categorieën: niveau 1 is een ‘ neem lekker je kleuter mee op pad’ en niveau 5 is een ‘uitsluitend voor ervaren berggeiten’ wandeling. De afdaling die Arthur voor ogen had was niveau 4:”Dat kun jij best.” Het was een steile afdaling, zigzaggend, soms via een smal richeltje, met grote niveauverschillen (zucht, waren mijn benen maar 20 cm langer) over rotsblokken, grind en glad uitgesleten rots. Na 20 meter was ik al in paniek en wilde terug naar boven. Het is volledig aan Arthur te danken dat ik uiteindelijk via het pad de bodem van de kloof heb bereikt. De pool maakte alles goed, die was prachtig! Daar hebben we even gezwommen in het koele water en uitgerust, voor we verder gingen met wandeling twee, die naar de andere kant van de Gorge liep. Dat bleek een stuk makkelijker. Het rotspad ging heel geleidelijk omhoog. De bodem was begroeid met bomen,struiken en planten. Ik heb zelfs een woestijnroos gezien (bleek later op een informatiebord). Af en toe moest je een beekje -zolang het niet regent, als dat wel gebeurt moet je de Gorge meteen verlaten, want dan wordt het beekje een woeste rivier- oversteken. De vogeltjes floten, kortom een lust voor oog en oor. Onderweg kom je de Fortescue Falls tegen, waar inmiddels al aardig wat mensen aan het zwemmen waren. Wij zijn nog even verder gelopen naar de Fern Pool, een soort sprookjesomgeving met veel mooie vogels en een weelderige begroeiing. Dat is een heilige plaats voor Aboriginals, en je wordt dan ook verzocht rustig het water in te gaan en daar niet te schreeuwen. Toen er twee gezinnen arriveerden waarvan de vaders krijsend een bommetje deden hebben wij ons maar uit de voeten gemaakt.
Aan deze kant van de kloof konden we met een beschaafde trap omhoog en bovenlangs teruglopen naar de auto.
Van daaruit zijn we naar het informatiecentrum gereden om te kijken wat we verder nog konden doen. Niet veel: de Joffre Watervallen stonden droog en alle andere wandelingen en uitkijkpunten waren alleen per 4WD te bereiken. Daar is wel een soort taxidienst voor, maar het is verstandig om daarvoor van tevoren te reserveren. Nu was die voor deze hele dag al volgeboekt. En om nou de hele middag weer op die kale camping in de hitte te gaan wachten, tot we morgen wel met de taxi mee konden...
We besloten om alvast het eerste stuk naar onze volgende bestemming te rijden. Dat bleek een vreselijk saai stuk: vlak, heet, dor. Ook hier reden we de ene na de andere lege rivierbedding en kreek over. Er heerst een serieuze droogte in (noord en west) Australië. Het heeft, afhankelijk van de streek, al 1-2 jaar niet serieus geregend. Voor ons jammer dat er zoveel watervallen droog staan, maar de plaatselijke bevolking heeft het moeilijker. Het vee gaat dood en boeren gaan failliet. Alleen degenen die zelf water kunnen oppompen redden het, hoorden we.
Wij reden hier in onze gekoelde camper comfortabel doorheen en zaten ‘s avonds 450 km verderop bij Nanutarra Roadhouse. Als twee steden/dorpen echt te ver uit elkaar liggen (350km is ongeveer het maximum) dan wordt er een Road House tussen gezet. Eigenlijk is dat gewoon een benzinepomp, maar met gelegenheid om te overnachten (camping/kamer) en soms kun je er eten.

Zondag 6 oktober
Om negen uur hadden we de laatste 250 km naar Coral Bay erop zitten en arriveerden aan de Australische Westkust. Helaas bleek Coral Bay een soort mini-Scheveningen te zijn. Twee campings naast elkaar, die vanwege de schoolvakanties hier, allebei ‘complet’ waren, een soort surfshop, een bakker en een minisupermarkt. Wel een ongelooflijk mooi wit zandstrand aan een turquoise met groene oceaan. Maar afgeladen vol, geen plek!
Helaas pindakaas, doorgereden naar Exmouth, weer 160 km verder. We parkeerden bij het Visitor Centre (de VVV, zeg maar), en onze mobieltjes begonnen als een dolle te ‘ploppen’. Eindelijk weer internet! Dit is een wat grotere plaats bij het noordelijkste puntje van het schiereiland, de westkaap. Aan de westkant ligt Ningaloo Reef, dus luilekkerland voor Arthur. We hebben meteen voor morgen een dagexcursie ‘zwemmen met walvissen’ geboekt. Daarna naar een van de vier campings, en dit keer direct een hele behoorlijke plek gevonden aan de voet van de vuurtoren: Vlaming’s Head. Daarna meteen naar het strand (Janzs Beach) voor een blik op en een dip in de Indische oceaan. We zijn krokodillenland uit!

Maandag 7 oktober
Om 10 uur moesten we bij de boot zijn. Onderweg kwamen we eerst vlakbij de camping onze eerste dingo tegen. Vervolgens liepen in Exmouth een aantal emoes op straat rond. Stoïcijns op straat en in het park rondpikkend.
Natuurlijk waren we ruim op tijd in de haven en sloten aan bij de vier mensen die al op de pier zaten. Onmiddellijk verscheen er een dame die riep dat we de boot op mochten: we hadden alweer geluk, we waren de enige zes gasten vandaag. Dat is het maximum aantal mensen dat bij een walvis in de buurt mag komen ( er zijn hier veel strenge regels om de walvissen zoveel mogelijk met rust te laten). Normaal gesproken gaan er groepjes om de beurt het water in, maar wij mochten dus fijn elke keer mee.
Tot een uur of een werden we op de hoogte gebracht van de do’s en don’ts van het zwemmen met walvissen. Er komen hier jaarlijks tussen mei en oktober zo’n 30.000-50.000 walvissen langs zwemmen op weg naar warmer water en er wordt alles aan gedaan om dat zo te houden. We maakten een proefsnorkel en er werd een heerlijke lunch geserveerd. Vanaf 1 uur vloog er een vliegtuigje mee, dat de walvissen spotte, en dan via de radio doorgaf waar wij heen moesten. Zwemmen met walvissen klinkt heel sereen, maar het was meer walvissen jagen. Wij zaten met z’n zessen volledig in uitrusting klaar achter op de boot, gleden op commando tegelijk het water in (geplons jaagt de walvissen weg) en haastten ons dan achter de gids aan. Die had een radio mee in het water en kreeg vanuit de lucht instructies hoever en in welke richting we moesten zwemmen. Dan op commando naar beneden kijken en jawel, daar zwom dan een (of twee: moeder en kalf) bultrugwalvis onder ons voorbij. Hoewel het wat jachtig was, hebben we er op die manier wel veel gezien. Ook nog een aantal waterschildpadden en Arthur zag zelfs een Stingray (pijlstaartrog).
En als bonus kwam er -nadat het vliegtuigje teruggevlogen was- een moeder met kalf aan de oppervlakte en die zwommen aan de oppervlakte rustig voor onze boot langs: recht onder onze neus, halleluja!
Toen we 's avonds vanaf de Vlamingh Head vuurtoren de zonsondergang bewonderden -die staat hoog, zodat je de hele omgeving goed kunt bekijken- zagen we in de verte nog twee walvissen voorbij zwemmen.

Dinsdag 8 oktober
Langs de hele westkust van het schiereiland ligt het Ningaloo Reef. Minder bekend dan het Great Barrier Reef, maar ook minder druk bezocht en veel minder beschadigd. Een groot gedeelte van die kust is Cape Range National Park. Daar zijn allemaal kleine strandjes: spierwit zand, azuurblauw water en meteen vanaf het strand zie je koraal en tropische vissen. Het mooiste strandje van allemaal is Turquoise Bay, en daar gingen wij lekker snorkelen. Het strand bestaat uit twee delen, omdat er een soort landtongetje middenin ligt. Raar genoeg heeft het linkerdeel veel meer koraal en vissen dan het rechterdeel, maar dat is dan weer bijna windstil en het waaide hard. Na een paar uur werd het druk en zijn wij weer teruggereden. Helemaal terug naar Coral Bay, waar we rond vier uur aankwamen. Helaas bleken beide campings nog steeds vol. Gelukkig was ook hier een ‘overflow’veldje. En dus stonden we zonder elektriciteit op een soort voetbalveld achter de surfshop, met zo’n 30 lotgenoten. We moesten wel, want morgen hebben we hier een excursie geboekt.....

Woensdag 9 oktober
....zwemmen met Manta Rays!
Om 8 uur moesten we klaarstaan, dus om half zeven opgestaan. Bakje koffie, en even 20 minuten op en neer rijden om de accu voor de koelkast e.d. op te laden.
Helaas hadden we niet weer geluk: het gezelschap van vandaag bestond uit 22 personen: 3 duikers (waaronder Arthur) en 19 snorkelaars. Het duurde dus wel even voor iedereen de juiste spullen had, en we zouden de hele dag in drie groepen het water in moeten. Ook de arme manta’s worden tegen ons beschermd, dus je mag er met maximaal 7 personen tegelijk op een afstand van tenminste twee meter naast en achteraan zwemmen. Ook hier was er een vliegtuigje dat de manta’s zocht, en dat werd dan aan de boot doorgegeven. Manta’s schijnen de meest intelligente vissen te zijn, met de grootste hersenmassa in verhouding tot hun lichaam (ik weet niet of dat een rechtstreekse relatie is: grote herseninhoud=hoge intelligentie). Ze zijn nieuwsgierig, speels en zich zeer bewust van onze aanwezigheid in het water. Bovendien bleek dat je inderdaad met een manta (mee) kunt zwemmen. Het zijn enorme beesten, goed zichtbaar tegen de witte bodem, en ze lieten zich rustig volgen. Heel indrukwekkend! En passant zagen we ook enorme hoeveelheden ongeschonden koraal, een zwemmende zeeschildpad, hordes fel gekleurde tropische vissen en wat haaien, waarvan de tanden werden gepoetst door kleine visjes. Het water was kristalhelder (wel wat frisjes) en niet te diep, de zon was fel, dus alles was goed te zien. Een topervaring!
Bij terugkomst stond er een plekje met elektriciteit op de officiële camping voor ons klaar, dus we blijven nog een dagje. Gewoon ontspannen op het strand hangen.
Het is hier trouwens wel frisser: temperaturen rond de 30 graden, maar met een stevige zeewind. Voor het eerst sinds onze aankomst in Australië trekken we ‘s avonds een vest aan. Het blijft behelpen ;)

  • 09 Oktober 2019 - 15:30

    Marleen Petit:

    Super verslag weer, geniet zoveel jullie kunnen!

  • 09 Oktober 2019 - 17:52

    Carin:

    whaha, jullie overnachtingen op overflow veldjes klinkt als mijn overnachtingen op de sportvelden tijdens de strand6daagse :) Mooie verhalen weer, lekker veel om bij te lezen ook vandaag! Typ je dat nou allemaal op je telefoon of heb je een laptop ofzo bij?

    Enjoy, jullie zitten alweer op de helft!

  • 10 Oktober 2019 - 13:25

    Miek EN Ron:

    Wat een mooie verhalen weer en wat een prachtige plaatjes erbij op Instagram.
    We genieten van jullie reisverhalen en avonturen!
    Geniet ze! X


  • 10 Oktober 2019 - 14:15

    Mayke Rood:

    Jee, wat een avonturen. Walvissen, emoes, schildpadden en roggen. Een groot Avonturenpark dat Australie! Foto's om jaloers op te worden en verhalen die zo in het reismagazine Columbus kunnen! Blijf genieten!!

  • 13 Oktober 2019 - 21:54

    Marijke :

    Super! Wat een mooie verhalen en beelden.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Madelon

Actief sinds 13 Jan. 2018
Verslag gelezen: 238
Totaal aantal bezoekers 9221

Voorgaande reizen:

21 September 2019 - 26 Oktober 2019

Roadtrip Noord en West Australië

19 Januari 2018 - 03 Maart 2018

Roadtrip in Down Under

Landen bezocht: