Coral Bay, Monkey Mia, Kalbarri NP en Nambung NP - Reisverslag uit Coral Bay, Australië van Madelon Rood - WaarBenJij.nu Coral Bay, Monkey Mia, Kalbarri NP en Nambung NP - Reisverslag uit Coral Bay, Australië van Madelon Rood - WaarBenJij.nu

Coral Bay, Monkey Mia, Kalbarri NP en Nambung NP

Door: Madelon

Blijf op de hoogte en volg Madelon

15 Oktober 2019 | Australië, Coral Bay

Donderdag en vrijdag 10 en 11 oktober
hebben we heerlijk aan het strand van Coral Bay bij het Ningaloo Reef doorgebracht. Even bijkomen van ons drukke programma. Met een snorkeltje het helderblauwe water in en recht vanaf het hagelwitte strand genieten van prachtig koraal, tropische vissen en zeeschildpadden (Arthur) en heerlijk lezen (ik: drie boeken). Lekker in de schaduw van een boom, met af en toe een glaasje lekkers bij de camper, die vanaf camping Peoples Park vrij uitzicht had over het strand en de oceaan. Tussen de middag een lekkere hartige pie, waar we aan verslaafd beginnen te raken. Warm en gevuld met rundvleesragoût in allerlei variaties. En die proberen we allemaal. Paradijs!
Helaas bleek vrijdag onze Apollocamper opnieuw geen elektriciteit te hebben en niet te starten. Dat is de tweede keer! Dus moesten we wachten op een monteur die langs kwam. Die kon de oorzaak niet vinden, en nu moeten we alweer langs een garage.

Zaterdag 12 oktober
Dus om 7 uur 's ochtends vertrokken richting Carnarvon, de eerstvolgende echte stad (met winkels en een garage). Daar werd geconstateerd dat de accu niet voldoende oplaadt en te snel leegloopt. Een nieuwe accu erin. Een uur oponthoud (tandenknarsend) en weer verder, want we hebben nog 350 km voor de boeg naar onze nieuwe bestemming: Monkey Mia. Dat ligt halverwege het zuidelijker Peron schiereiland aan de Westkust, tegen het Francois Peron Maritiem National Park. Dat park, de noordelijke helft van het schiereiland, is alleen te bereiken per 4WD (of vliegtuig, maar daar hangt een fors prijskaartje aan, en je hebt alsnog een 4WD nodig). Op de zuidelijke helft blijft gelukkig nog een heleboel moois over. Aan de basis van het schiereiland stopten we om in de Hamelin Pool stromatolites te bekijken. Dat zijn de grootste en oudste levende fossielen op aarde, gevormd door microscopisch kleine organismen, afstammelingen van de eerste levensvormen die zo'n 3,5 miljard jaar geleden op aarde leefden. De stromatolites groeien slechts 0,3 mm per jaar en wat we hier zien is dus zo'n 2000-3000 jaar oud. Ze zijn bij eb zichtbaar in de Hamelin Pool. Dus uitgezocht wanneer het eb was, en rond die tijd waren we er. Hoe interessant dit ook allemaal klinkt: ze zien eruit als stukken asfalt, of zelfs asfaltplaten, in het water!
Op weg naar de volgende stop, Shell Beach. Dat is een strand met een lengte van in totaal 60 km, dat tot 10 meter diep volledig bestaat uit kleine (stukjes) witte kokkelschelpen (Hamelin Cockle). Op die sneeuwwitte ondergrond kleurt het azuurblauwe water extra mooi. Het zag er inderdaad geweldig uit, dus hebben we daar een tijdje rondgelopen. Ook hier was het helemaal niet druk. Maar er werd alleen gekeken, want lekker liggen doen die schelpjes niet.
Volgende stop, Eagle Bluff. Zo genoemd naar de arenden die nestelen op het eilandje er tegenover, maar die hebben we niet gezien. Eagle Bluff is een loopbrug van 200 meter lang, die hoog boven het water tegen de rotswand gebouwd is. Je hebt een spectaculair uitzicht over het ondiepe water in de baai eronder. Daar zouden haaien, roggen, dugongs (google maar) en zeeschildpadden te zien kunnen zijn. Het was eb, en wij hebben alleen de schildpadden gezien, maar mooi was het inderdaad. Uiteindelijk kwamen we via het onverwacht schilderachtige plaatsje Denham bij onze camping in Monkey Mia aan. Daar kregen wij een persoonlijk woestijntje ter beschikking, om volstrekt schaduwloos onze camper op te parkeren. Dat werd voldoende gecompenseerd door twee dolfijnen en een paar pelikanen die alvast nieuwsgierig langs kwamen zwemmen, toen we een wandelingetje maakten langs het water.

Zondag 13 oktober
7.45 uur en het circus begint! De ‘wilde’ dolfijnen worden aan de rand van het strand gevoerd. Alle toeristen worden in een rij langs het water opgesteld en de spelregels worden door een ‘ranger’ uitgelegd. Een paar mensen zullen uitgenodigd worden om te helpen bij het voeren. De dolfijnen komen geheel vrijwillig en spontaan naar het ondiepe water bij het strand (ik moest onwillekeurig aan de opvoeding van Bommel met hondenbrokjes denken: “hier” en beloning) en krijgen hier maximaal 10% van hun dagelijkse behoefte aan vis. Jonge dolfijntjes worden niet gevoerd: ze moeten eerst zelf leren jagen. Er zwemt een vaste groep van ongeveer 300 dolfijnen rond, waarvan er ongeveer 20 regelmatig naar het strand komen. Die dolfijnen zijn te herkennen aan hun rugvin en hebben allemaal een eigen naam (Flipper zat er niet bij).
Dat gezegd hebbende, was het natuurlijk toch geweldig om dolfijnen tot anderhalve meter voor je langs te zien zwemmen. Dus we hebben er zo van genoten dat we het tweede voedingsmoment ook nog hebben bijgewoond. Daarna hebben we in het strandpavillioen,met uitzicht op de oceaan (en spelende jonge dolfijntjes en een groep tamme pelikanen), nog een heerlijk kopje koffie gedronken, waarna we klaar waren voor het volgende deel van de reis: op naar Kalbarri, weer 400 kilometer verder naar het zuiden.
Het landschap begon opvallend te veranderen zodra we weer op het vasteland waren. Ineens was er meer en hogere begroeiing. En vooral: het was veel groener! Voor het eerst in weken passeerden we een brug met daaronder water. De rivier de Murchison stroomt door de 400 miljoen jaar oude kloven in het Kalbarri NP en mondt tenslotte, bij het plaatsje Kalbarri, uit in de Indische Oceaan. Toen we eenmaal door het Park Kalbarri reden, viel op dat er overal bloemetjes beginnen te ontluiken. Het is nog niet echt een explosie van kleur (over een week waarschijnlijk wel), maar de lente is duidelijk begonnen. We hadden het gevoel alsof we door een hele grote botanische tuin reden. Onderweg hebben we in Kalbarri Park een wandeling(-etje; ze houden hier niet zo van lopen) gemaakt naar Hawks Head, een prachtige rode (hoe rooier, hoe mooier) rotsformatie boven aan de kloof.
We waren zeer op tijd op onze nieuwe camping, en hebben dus wat in het dorpje rondgekeken en langs de oceaan gelopen. De dame aan de receptie wist een leuk restaurantje, Finlays. Dat bleek een schot in de roos! Toen we aankwamen werd net het eindejaarsliedje van OBS De Uilenbrink live uitgevoerd door een zanger (uiteraard in de originele uitvoering). Hij had een prachtig podiumpje in de tuin tussen de heren- en damestoiletten. Daar omheen stonden tafels onder bomen met lampjes. Het was bijna een ongedwongen tuinfeest, en het eten - vooral visgerechten natuurlijk- was heerlijk.

Maandag 14 oktober
Alweer vroeg op, want we wilden ‘Natures Window’ in Kalbarri NP rustig kunnen bekijken. Thank God dat de schoolvakanties eindelijk voorbij zijn hier. Natuurlijk versliepen we ons weer eens. Dus snel gedoucht, koffie gezet en nog even langs het toiletgebouw - want je weet maar nooit. Arthur vergat bij het wegrijden -zoals bijna elke keer- de handrem er helemaal af te halen. En dan gaat de toeter knoerdhard en langdurig af. En dus lieten we traditiegetrouw de andere campinggasten klaarwakker en rechtovereind in bed achter.
Nature’s Window bleek nog mooier dan verwacht, en verlaten. Een rauwe, rode rotsformatie met een gat erin en een schitterend uitzicht op de rivier de Murchison in de kloof eronder. Helaas wel veel vliegen, maar daar hadden we onze vliegennetjes voor.
Het volgende reisdoel was Hutt Lagoon, een roze meertje. Helaas bleek dat behoorlijk ingedroogd, en ook niet erg roze. Dat was een tegenvallertje. Maar de roze zoutkorsten en het schitterende knalrode wier maakten veel goed.
Verder dan maar, naar Cervantes (stadje van 500 inwoners, vernoemd naar de schrijver van Don Quichote). Daar bleek een mooie camping op ons te liggen wachten, met een koele schaduwrijke plaats. Dat klinkt beter dan het is, want het is hier nog maar rond de twintig graden met een koude sterke wind vanaf de oceaan. Lange broeken en vesten aan dus. Wel nog steeds zonnig gelukkig.
Aangezien we er al rond drie uur waren, hadden we tijd genoeg om naar Lake Thetis te gaan. Daarin liggen niet alleen stromatolites, maar ook een variatie daarop: thrombolites. Zelfde geschiedenis, maar een andere vorm. En net zo boeiend......
Onze hoofdreden om naar deze plek te komen was het Nambung National Park, met daarin de Pinnacles Desert. Een grote zandvlakte met honderden (duizenden?) zandstenen pilaren. En slechts een kwartiertje rijden van de camping. Ze schijnen extra mooi te zijn tijdens zonsondergang en -opgang, omdat de stenen dan lijken te verkleuren. Thuis hadden we al opgezocht hoe laat dat was, en dus renden we tegen 18.26 uur naar een hoog uitkijkpunt achterin het park. Met de camper mag je het park niet in, dus lopen! Helaas was het behoorlijk bewolkt, maar met de oceaan op de achtergrond bleef het heel mooi.
We namen ons voor om ook de zonsopkomst hier te bekijken.

Dinsdag 15 oktober
Om 4.45 uur kropen we moeizaam uit bed. We zijn gewend om vroeg te beginnen, maar dit is wel een record. In het donker en tijdens de schemer wordt afgeraden om te rijden, want dan zijn alle dieren actief en gebeuren er veel ongelukken. Dus zijn we heel voorzichtig weer naar Nambung gereden. Er was niemand! En de zonsopgang was beeldschoon. De Pinnacles staan op een soort heuvelachtig duinlandschap, van waarachter de zon opkomt. Dus het licht valt eerst alleen op de hoogste plekken. Daardoor ontstaan er allerlei schakeringen van oranje en geel op de zuilen. Zelfs het zand gloeit mee. We wisten niet waar we kijken moesten, zo mooi was het! Na het maken van veel teveel foto’s zijn we toch maar gaan ontbijten op de Camping. Daarna nog een paar cappuccinootjes op het terras aan de oceaan, want we zagen er allebei tegenop om te vertrekken.
We laten de outback achter ons: vanavond staan we in Fremantle (Perth). In de bewoonde wereld. En de rauwe natuur, de hitte, de lange afstanden op grote lege wegen, het weidse uitzicht, het gebrek aan andere mensen: we gaan het missen, want we hebben ervan genoten!
Dus een beetje vals gespeeld: we zijn onderweg eerst nog een derde keer naar de Pinnacles geweest. En ze waren weer prachtig.





  • 15 Oktober 2019 - 15:03

    Ron En Miek:

    Ha lieve reizigers, wederom een mooi verhaal. We kijken er iedere keer weer naar uit ...
    Ook de foto's op Insta volgen we uiteraard. Zo genieten we toch lekker mee aan de andere kant van de wereld

  • 15 Oktober 2019 - 15:40

    Ellen:

    Wat heerlijk om te lezen. Het genieten spat ervan af:)! En via jullie verhalen geniet ik graag een beetje mee;)... dikke kus

  • 17 Oktober 2019 - 20:07

    Caroline:

    Wow, wat een avonturen. Dat wordt straks met recht afkicken. Nog heel veel plezier daar!

  • 18 Oktober 2019 - 11:38

    Mayke Rood:

    Hoi globetrotters,
    Wederom genoten van jullie verhalen en de ongelofelijk mooie foto's op Instagram. Af en toe lijkt het niet echt, zo mooi is het. Dat wordt nog een hele uitdaging straks om daar een album van te gaan maken!
    Voor nu: geniet, ook van het wereldser landschap, en blijf mooie verhalen sturen!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Madelon

Actief sinds 13 Jan. 2018
Verslag gelezen: 220
Totaal aantal bezoekers 9213

Voorgaande reizen:

21 September 2019 - 26 Oktober 2019

Roadtrip Noord en West Australië

19 Januari 2018 - 03 Maart 2018

Roadtrip in Down Under

Landen bezocht: