Port Elliot, Adelaide en de outback - Reisverslag uit Coober Pedy, Australië van Madelon Rood - WaarBenJij.nu Port Elliot, Adelaide en de outback - Reisverslag uit Coober Pedy, Australië van Madelon Rood - WaarBenJij.nu

Port Elliot, Adelaide en de outback

Door: Madelon

Blijf op de hoogte en volg Madelon

08 Februari 2018 | Australië, Coober Pedy

Zaterdag 3 februari
En zo vertrokken we op zaterdagmorgen pas rond 11 uur. Eerst nog even rustig ontbijten, nog even wat via internet bijwerken: eigenlijk ging het niet van harte. Het stukje de Grampians uit was mooi. Bergachtig, bebost en wat kleine stadjes.
De volgende 400 km waren behoorlijk saai. Een goede asfaltweg in een enorm leeg, dor landschap met veel stro en af en toe wat schapen. Soms een stadje (met de nadruk op -JE. Het kleinste bestond uit slechts 5 straten). Voornamelijk hele grote boerderijen. Weinig water, erg heet en op de spoorlijn na leeg. Op aanraden van alweer een Australische campingbuurman moesten we vooral in Bordertown naar de witte kangoeroes gaan kijken: heel bijzonder! Gelukkig hoefden we daar niet voor om te rijden. Het was een soort hertenkampje: een groot hek van kippengaas er omheen. En inderdaad, er liepen twee volwassen en een kleine witte kangoeroe rond. Erg schuw, dus ze bleven zo ver mogelijk uit de buurt, maar ook best bijzonder. De snelweg liep erlangs, dus het was een kort oponthoud.
Uiteindelijk reden we na 520 voorspoedige kilometers net voor half zes een camping bij Port Elliot op. De receptie werd al afgesloten, maar ze wilden ons nog wel een plekje geven. Prachtige camping, aan de oceaan en vlakbij Victor Harbour. Dus eerst even een strandwandeling gemaakt om weer een beetje flexibel te worden na een hele dag zitten. En daarna heerlijk geslapen op het gebulder van de branding van de oceaan.

Zondag 4 februari
Na het ontbijtje vonden we het zonde om meteen weer in de auto te stappen. Dus een rustdagje ingelast (en nachtje bijgeboekt op de camping).
Het was prachtig weer en de omgeving had genoeg te bieden. Dus besloten we naar Victor Harbour te gaan, het eerstvolgende stadje. Van daaruit loopt een lange wandelbrug (ongeveer 600 meter) van het vasteland naar Granite Island. Je kunt ook heen en weer met een soort van paardentram, maar dat wilden we het paard niet aandoen. Op het eiland kun je een rondwandeling maken. Er was nu ook een kunstroute, maar -niet gehinderd door teveel kennis op dat gebied- wij waren niet onder de indruk van de kunstwerken. De natuur daarentegen was overweldigend. Het was leuk om onze granieten vloer in zijn oorspronkelijke vorm te bewonderen. Op het graniet zitten micro-organismen in prachtige oker- en oranjetinten. Ze kunnen heel lang zonder water, maar als ze nat worden vreten ze zich in in de rotsen en splijten zelfs hele brokken. Daardoor worden prachtige rotsblokken gevormd en daar hebben we van genoten. In het dorp nog even persoonlijk kennis gemaakt met Walter. Dat is de huishond van koffiecafé Waltermelon, waar ze ook e-bikes verhuren. Wat mij betreft was Walter de hoofdattractie! Verder is er in Port Elliot een uitkijkpunt naar Victor Harbour. Leuk, maar dan vooral het uitkijkpunt zelf. Dat is een driedimensionaal mozaïek, geïnspireerd op een aboriginal verhaal (met uitleg natuurlijk). Beeldschoon!
‘S Avonds gezellig gekletst en geborreld met onze vriendelijke Australische buren en hun vrienden. Nog geweldig geblunderd: toen ik vertelde dat ik de afgelopen 400 km zo’n saai stuk vond bleken zij daar te wonen. En zij vonden de streek ‘uitgestrekt en vrij’.

Maandag 5 februari
Bijtijds opgestaan om de reis naar Adelaide te aanvaarden. Dat was geen grote afstand dus rond 11 uur reden we de buitenwijken binnen. Helaas moesten we eerst langs een garage en dat liep wat uit. Rond vier uur reden we onze nieuwe camping op. Ideaal gelegen aan de rivier en op loopafstand van het centrum. Door de botanische tuinen was het een mooie wandeling van een klein half uurtje. Toen we rond vijf uur in de grootste winkelstraat aankwamen begonnen de eerste winkels net hun deuren te sluiten. Er waren ook veel winkels, en restaurantjes, de gehele maandag gesloten. Heel erg bruisend was het dus niet..... Wel, zoals in elke stad hier, veel kunst op straat en mooie graffiti. Ik moest erg lachen om het kunstwerk ‘A day out’ dat midden in de grootste wandelstraat vier bronzen varkens op ware grote uitbeeldt. Een ervan staat uit een prullenbak te eten, compleet met natuurgetrouw bronzen afval. En bij elk varken een plaquette met daarop zijn/haar naam. Overeenkomsten met het winkelend publiek?
Verder hebben we van deze stad jammer genoeg véél te weinig gezien. Maar ja: soms zit het mee en soms zit het tegen.

Dinsdag 6 februari
‘s Morgens even getwijfeld, maar uiteindelijk toch maar weer vertrokken. Naar Melrose, dit keer. Dat ligt wat verder het binnenland in, tussen Port Pirie en Port Augusta. Niet via de highway, maar via leuke kleine binnenwegen. Want behalve echte dirt-roads kan onze camper eigenlijk alles gewoon aan. En dus reden we via de Barossa Valley en de Clare Valley, belangrijke wijngebieden. Mooi, maar een beetje bevreemdend. Het lijkt wat op Franse wijngaarden, maar door de omliggende vegetatie toch ook weer niet. Bovendien zijn die wijngebieden, vooral in de Clare Valley, vaak gesticht door Duitsers, dat zie je terug in de namen van de wijnen en van de dorpjes. Ik ben heel benieuwd hoe bijvoorbeeld Rohrlach en Hahndorf in het Engels uitgesproken worden.
Er liggen in dat gebied (volgens de kaart) heel veel wateropvangplekken, meertjes en kreekjes , maar die zijn nu voor een groot deel verdampt. We hebben één groot meer gezien, maar dat was al zover opgedroogd dat de kreekjes niet meer gevoed werden. Ook een mooi gezicht, trouwens.
We bereikten onze eindbestemming ruim op tijd. Er waren op de camping nog twee andere plaatsen bezet. ‘s Avonds kwamen de kangoeroes het bos weer uit om op de camping te grazen (het zijn echt net koeien, alleen geven ze geen melk). Ook hier vlogen de papegaaien weer rond en maakten veel lawaai: heerlijk! Diep in de nacht werd Arthur wakker en trof hele kangoeroefamilies aan op het gras. Wat is dit toch een heerlijk land!

Woensdag 7 februari
Marloes en Heleen jarig, en wij zijn er voor het eerst niet bij! Natuurlijk wilden we meteen bellen, maar dat had geen zin want in Holland was het nog geen 7 februari.
Vandaag gaan we voor het eerst echt de outback in: spannend.
Eerst naar Port Augusta, de laatste grote/echte stad. Daar stevig ingekocht, want drinkwater, levensmiddelen en diesel zijn straks niet meer,of heel duur, verkrijgbaar. Het laatste stoplicht van Port Augusta en daarna is het een lange, geasfalteerde tweebaansweg (de Stuart Highway) tot Alice Springs, zo’n 1400 kilometer verder.
We hadden gepland om na het eerste stuk, bij Woomera te stoppen en overnachten. Rustig aan beginnen. Rond drie uur reden we Woomera binnen. Het was zinderend heet en de camping was compleet verlaten, de receptie op slot. Geen briefje met openingstijden. Woomera is een (voormalige?) legerbasis van de Engelse en Australische luchtmacht. Tijdens de koude oorlog hebben die hun krachten gebundeld, alle Aborigines die in een gebied ter grootte van de UK (172.000 km2) leefden gedeporteerd, vervolgens verklaard dat het gebied onbewoond was en daarna zijn ze er met raketten gaan spelen. Nog steeds is het gebied tussen Woomera en Coober Pedy voor het grootste deel verboden, militair gebied. Ik heb zelden zo’n troosteloze plek gezien! We zijn dus maar snel doorgereden naar Glendambo, 112 km verderop. Vandaag spraken we twee Duitse meiden die er gisteren weggestuurd werden met de mededeling dat er niks te doen was, en een Engels echtpaar dat er (nou ja, in het naastgelegen Pimba, want Woomera heeft geen pomp) had willen tanken maar de benzine was op. Ze konden drie dagen wachten, of doorrijden naar Glendambo. Dat hadden ze met het zweet in de handen en de wijzer in het rood net gehaald. Gastvrije omgeving dus.....
In Glendambo, de volgende ‘nederzetting’, was dat heel andere koek. Misschien dat de 30 inwoners daar wel graag af en toe eens een ander gezicht zien. Het zag er al een stuk vriendelijker uit, met een hotel versierd met Kerstverlichting. De hotelbaas was tevens gastheer van de camping. Toen we ons inschreven (“Kies maar een plekje dat je bevalt, jullie zijn de eersten”) begon hij zich uitgebreid te verontschuldigen omdat een vandaal de deur van de droogtrommel eraf getrokken had, waardoor die niet meer bruikbaar was. Bij een temperatuur van 43 graden met een warme wind was mijn wasje later binnen een half uur kurkdroog!
Aangezien de temperatuur niet echt aangenaam was en we veel last hadden van tamelijk agressieve vliegen, zijn we lekker vroeg in de camper gaan zitten met de airco loeiend op de hoogste stand. En daar hebben we -ondanks de herrie die het ding maakt- ook heerlijk bij geslapen.

Donderdag 8 februari
Wel vroeg wakker natuurlijk, met die hitte. De beide andere campinggasten waren al snel vertrokken, maar wij hebben rustig ontbeten. Daarna kwam het ‘saaiste stuk’ volgens alle verslagen die ik had gelezen. 256 Kilometer naar Coober Pedy, zonder onderbrekingen van wat dan ook. Dat viel nogal mee! Het rijden op een mooie, bijna lege, tweebaansweg schiet heerlijk op. En het landschap is eigenlijk best afwisselend: soms vlak en af en toe heuvels, lage begroeiïng, soms ook bomen maar nergens helemaal kaal. Wel veel roadkill, we zijn een aantal dode kangoeroes langs de weg tegengekomen en zelfs drie dode koeien. Het is hier zo heet en droog dat ze volledig gemummificeerd worden, dus niet vies maar wel heel erg treurig.
Coober Pedy delft 95% van alle opalen in de wereld. Het ligt midden in de outback en is de droogste stad van Australië (zeggen ze zelf). Vanwege de hitte - het was vandaag 45 graden- leven veel mensen onder de grond. Er zijn ondergrondse huizen, kerken, hotels, winkels, restaurants etc. Dat wilden wij wel eens zien. Na het bezoeken van een uitkijkpunt, een opaalmuseum en een ondergrondse Servisch Orthodoxe Kerk hadden we een goed beeld, vonden we. En daarom zijn we teruggegaan naar onze camping. Want in deze droge, hete omgeving heeft die een zwembad!
En nu zit ik weer bij de loeiende airco te typen. Morgen staan we heel vroeg op om in één keer door te rijden naar Uluru. Ruim 750 km. Of dat lukt horen jullie later.

Overigens baal ik gigantisch dat ik geen foto’s bij m’n verhalen kan zetten. Dus zo gauw ik thuis kom ga ik dat alsnog doen, we hebben er genoeg. Als je ze wilt zien moet je na 5 maart nog maar eens kijken. Of kijk op instagram, daar lukt het me wel.










  • 08 Februari 2018 - 15:02

    Mayke Rood:

    Hoi zus en zwager! Wat een mooi verhaal weer! En, moeb ik mag toch hopen dat je in de Opaal-stad je slag hebt geslagen? Te goed om te laten lopen, lijjkt me. Sterkte met de hitte (onvoorstelbaar om je dat hier voor te stellen; het vriest hier!) en met de lange kilometers door dat prachtige land.
    xxx je (schoon)zus

  • 08 Februari 2018 - 16:25

    Carin :

    Gefeliciteerd met jullie dochters :)

  • 08 Februari 2018 - 22:41

    Marja:

    Proficiat met de verjaardag vn Marloes en Heleen!
    Ik hoop dat jullie er een borrel op genomen hebben..
    Morgen vliegen wij weer naar huis. Vanuit Best blijf ik met plezier jullie verhalen volgen.

  • 09 Februari 2018 - 16:45

    Mieke:

    Ha, wat een mooi verhaal weer! Alsnog gefeliciteerd met Marloes en Heleen! We kijken allebei elke keer weer uit naar een bericht en jullie lekker doorgaan met genieten. Liefs van ons voor allebei uit een heel koud Helmond

  • 10 Februari 2018 - 23:40

    Marijke Becht:

    Wat een mooi verslag, je voelt bijna de hitte ervan af spatten!nog gefeliciteerd met Marloes en Heleen.Geniet lekker verder van alle mooie ervaringen!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Madelon

Actief sinds 13 Jan. 2018
Verslag gelezen: 215
Totaal aantal bezoekers 9227

Voorgaande reizen:

21 September 2019 - 26 Oktober 2019

Roadtrip Noord en West Australië

19 Januari 2018 - 03 Maart 2018

Roadtrip in Down Under

Landen bezocht: