Uluru en Kata Tjuta - Reisverslag uit Yulara, Australië van Madelon Rood - WaarBenJij.nu Uluru en Kata Tjuta - Reisverslag uit Yulara, Australië van Madelon Rood - WaarBenJij.nu

Uluru en Kata Tjuta

Door: Madelon

Blijf op de hoogte en volg Madelon

13 Februari 2018 | Australië, Yulara

We hadden onze borst nat gemaakt. Voor de lange reis naar Uluru wilden we vroeg vertrekken, maar na zonsopgang: iedereen benadrukt hier dat je NIET in het donker moet rijden. Er lopen veel te veel (grote) dieren rond, ook op de weg. Van alle ongelukken is bij het overgrote deel een aanrijding met een dier de oorzaak.
Dus om 7 uur vertrokken. Zoals we inmiddels gewend zijn was de weg heerlijk leeg. En dat bleef de hele reis zo! Gemiddeld kwamen we zo’n drie tot vier auto’s of een roadtrain per uur tegen. En elke tegenligger groet vriendelijk met een subtiel handgebaar vanaf het stuur, dat heeft Arthur inmiddels overgenomen.
Auto’s kwamen we dus niet zoveel tegen, dieren (kangoeroes en koeien) wel. Dood, helaas. En deze keer lagen er ook een aantal gecrashte auto’s in de berm. Die waarschuwingsborden dat er dieren op de weg lopen en dat de je de grindberm moet mijden staan er dus echt niet voor niets.
Dat neemt niet weg dat wij in een heerlijk tempo lekker konden doorknarren: cruise control op 110 km/u en dan 300 km nergens meer aankomen!
Even stoppen om te poseren toen we de grens van het Northern Territory passeerden (ingenomen zonder zwarte legertjes). De Dingo Fence hebben we gemist. Dat is een hekwerk van ruim 5000 km dat de dingo’s bij het vee weg moet houden. Nog een stop bij een opgedroogd zoutmeer, beeldschoon met een eilandje. Zo’n 120 km voor we er waren dachten we Uluru al in de verte te zien. Nou, zo goed bleken onze ogen nou ook weer niet: dat was een andere prachtige berg (Mount Connor), foute vorm, foute kleur, maar ook indrukwekkend.
Om 4 uur reden we de camping van het Ayer’s Rock (=Uluru) Resort op. Daar mochten we meteen ons horloge een uur terugdraaien, omdat we in een andere tijdzone zaten. En dat extra uurtje hebben we benut om na het eten onze eerste zonsondergang bij Uluru te bekijken. Voor het eerst moesten we betalen om een National Parc in te mogen. Weliswaar slechts A$ 25 p.p. Voor een driedagenpas, maar alle andere parken zijn gewoon vrij toegankelijk!
Het is overduidelijk laagseizoen, lege wegen, half lege campings en gelukkig is het ook bij alle toeristische trekpleisters heel rustig, zelfs hier. We konden een mooi plaatsje uitzoeken en hebben genoten van de adembenemende kleurverandering die Uluru laat zien als de zon ondergaat en opkomt.

Zaterdag 10 februari.
Dat smaakte naar meer, dus om vijf uur op om ook naar de zonsopkomst te kijken. Hoewel Uluru/Ayer’s Rock midden in de outback ligt is er een Resort neergezet, met een vliegveldje, hotels, restaurants (Ayer’s Wok ha, ha), huisjes, een camping, winkels, touroperator die excursies organiseert, etc.
De wegen naar Uluru, en Kata Tjuta 48 km verderop (ook wel ‘De Olga’s’), zijn prachtig, goed voorzien van duidelijke richtingsborden en hebben strategische lokaties en parkeerplaatsen voor het bekijken van zonsopgangen en -ondergangen. Je hoeft nergens over na te denken, gewoon de bordjes volgen. Of, nog makkelijker, ga met een bus.
Wij dus niet. We stonden alweer op een prachtig plaatsje aan de andere kant van Uluru en met mooi uitzicht. Van daaruit kon je meteen beginnen aan de base walk, een wandeling van ruim 10 km rondom Uluru. Arthur had ‘s morgens een spier verrekt of gescheurd. Pijnlijk in ieder geval en hij kon niet lang lopen. Tot zijn grote verdriet heeft hij dus 2 1/2 uur in de schaduw zitten wachten tot ik het rondje had gemaakt. Ongelooflijk hoe gevarieerd die rots is van structuur. Hij ziet er soms geschubt uit, op andere plekken lijkt hij als stroop gestroomd te hebben en er zijn ook stukken waar hij op een hele grote spons lijkt, of juist helemaal glad is. En al die stukken hebben ook hun eigen kleur. En dat vloeit in elkaar over, of verandert juist heel plotseling.
Zelfs de begroeiing er omheen verandert voortdurend. Schaduwrijke, bosachtige stukken en vrij kale, bloedhete stukken en van alles daar tussenin. Ik begrijp wel waarom je na 11 uur niet meer mag lopen met dit weer (42 graden).
Ik liep tegen de stroom in. Dat was in het begin wel een beetje eng, want ik kwam niemand tegen en wist niet zeker of ik wel goed liep. Toen de zenuwen verdwenen waren heb ik ontzettend genoten. Het was zo mooi, zo stil en zo overweldigend (wat is dat ding gróót!). Ik ben ergens op een bankje onder wat bomen gaan zitten om er gewoon rustig naar te kunnen kijken.
Toen ik klaar was hebben Arthur en ik nog even gniffelend gekeken naar de toeristen die per bus aangevoerd worden en een paar honderd meter naar links of rechts mogen lopen en dan gauw weer de bus ingejaagd worden. Ze weten niet wat ze missen.
‘s Avonds hebben we illegaal op de voor bussen gereserveerde parkeerplaats gestaan, om vanuit een ander perspectief van de zonsondergang te genieten.

Zondag 11 februari
Nu we er toch waren wilden we ook Kata Tjuta bekijken. Dus maar weer om vijf uur op, het is dan in ieder geval nog redelijk koel! Het was een stukje verder rijden, maar er was weer een mooi uitzichtpunt gemaakt. Van daaruit kon je bovendien ook Uluru nog zien. De geel-oranje-rode strepen van de dagenraad leken met een boogje over Uluru heen te stromen, prachtig!
Kata Tjuta heeft 36 ronde toppen (die wij echt niet allemaal gezien hebben) en is van dezelfde steensoort als Uluru. Het lijkt een verzameling nogal uit de kluiten gewassen oliebollen, ze zijn hoger dan Uluru (500+ meter). Dat zagen we nog beter tijdens de wandeling door de Walpa Gorge. Daar liggen kleinere rotsblokken die op grote krentenbollen lijken (zou ik de Nederlandse keuken beginnen te missen? Wacht maar op de foto’s). Die tocht eindigt heerlijk in de schaduw op een plateau. Aan het einde van de route kijk je uit op twee steile hellingen die elkaar naderen, maar daarvoor zit je in een soort paradijsje met water en veel groen. En er zat een didgeridoospeler, die speelde. Het was alweer mijn dag!

We hebben ook een klein stukje van de Valley of the Winds gelopen. Waar die naam vandaan komt begrijp ik wel: we werden bijna van het trail geblazen. Helaas bleken de zeer agressieve vliegen zelfs tegen die windkracht bestand. Wij zijn heel blij met onze vliegennetjes. Het ziet er vreemd uit, maar iedereen die er geen heeft, loopt de hele tijd om zijn hoofd te slaan. Wat wel erg grappig is om te zien.
‘s Middags weer lekker aan het campingzwembad. Of eigenlijk ernaast onder de luifel. Het zwembad is niet overdekt en daarom is het water lauw. De stenen er omheen zijn zo heet dat je er niet op je blote voeten kunt lopen. Dus onder de luifel, af en toe een koude douche en lekker lezen/kletsen.
‘s Avonds onze laatste zonsondergang bekeken, dit keer met wolkjes.

  • 13 Februari 2018 - 09:15

    Carin:

    Hallootjes,

    Na vanmorgen al even een appje over en weer, nu weer bijgelezen in jullie dagboek. Prachtig weer (behalve de dode dieren :o). Kan Arthur inmiddels weer gewoon lekker mee met wandelen? Of nog last?

    Groetjes,
    Carin

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Madelon

Actief sinds 13 Jan. 2018
Verslag gelezen: 282
Totaal aantal bezoekers 9239

Voorgaande reizen:

21 September 2019 - 26 Oktober 2019

Roadtrip Noord en West Australië

19 Januari 2018 - 03 Maart 2018

Roadtrip in Down Under

Landen bezocht: